Wat is kunst? Over vulling en vervulling

Wat onderscheidt vullende en vervullende kunst? Een beschouwing.

Enkel kunst die de menselijke essentie aanraakt […] blijft haar onnoemelijke kracht behouden, onverklaarbaar. De tijd is genadeloos voor wat onecht is, het verdampt, hoe het zich ook verpakt en aanprijst.” (Rainer Rilke)

Dat auteurs erin slagen om met hun scheldproza de aandacht van de media te trekken, doet me het onderscheid tussen vullende en vervullende kunst (dat ik eerder beschreef in Dansen met de wereld) onder het stof vandaan halen. Dit onderscheid, hieronder toelicht, zie ik voor alle duidelijkheid niet als absoluut: elk kunstwerk bevat een mate van vulling resp. vervulling. Bovendien heeft deze kwalificatie drie componenten: het zegt iets over de mens die oordeel; het zegt iets over het kunstwerk zelf; het zegt iets over de intenties van de kunstenaar, én het zegt bovenal iets over de manier waarop mens en werk zich tot elkaar verhouden. Voor het gemak beschrijf ik het onderscheid vanuit de tweede positie: als kenmerk van het kunstwerk zelf. Laten we met vullende kunst beginnen.

Vullende kunst vult de leegte zoals die in een bodemloze emmer. Het effect is tijdelijke verdoving. Angsten, verlangens, frustraties, woede, … worden “uitgespeeld”, wat resulteert in sentimentaliteit, pornografie, actiegeweld, horror… en scheldproza. Er wordt een reactief-zelfbevredigende “trip” aangeboden. Heel entertainend, en “niks mis mee”, allicht maatschappelijk functioneel (“brood en spelen”), maar hiermee bouwen we geen beschaving op. Ook staan in vullende kunst narcistische zelfingenomenheid en zelfpromotie meer centraal: “kijk eens hoe eloquent, erudiet, intelligent, ingenieus, origineel, … mijn werk is (en dus ikzelf ben)!” In vullende kunst is er dus sprake van vulling: suspens, fantasie, heroïek, vertier, hype als afleiding van en surrogaat voor het onvervulde leven. Kunst als Ersatz, compensatie én overtreffing van het leven dat tot op zekere hoogte banaal en teleurstellend blijkt. Kunst die deel uitmaakt van de waan van de dag; kunst die wordt geconsumeerd.

Maar er bestaat ook kunst die verwijst naar het levende leven, een leven dat zich niet terugtrekt aan de oppervlakte waartoe de vele dingen die ons ter beschikking staan ons uitnodigen. En dat is vervullende kunst, die komt in twee variaties. Ten eerste is er de spiegelende kunst: reflectief, invoelend. Existentieel ook. Fijngevoelig, resonerend met de vergeten of ontgonnen innerlijkheid van het leven. Deze kunst legt open en eerlijk het onvervulde bloot. Zij is een ode aan de breekbaarheid van het leven, een melancholische reflectie van verlangen en vergankelijkheid. (In de literatuur kom ik dit tegen bij John Coetzee, John Williams, Julian Barnes, Albert Camus, Irvin Yalom…) In deze kunst maakt de materialisatie in kleuren, vormen, klanken of taal het mogelijk om er het leven-zoals-het-is mee te spiegelen. Het maakt ons bewuster. In een tweede variant heeft vervullende kunst een meer optillende werking vanuit een diepe waardering van het leven. Ze spiegelt ons het vervulde, liefdevolle leven voor, ontstaan vanuit een vereenvoudiging die niet principieel is,een somberheid die geen vrekkigheid is, een mededogen zonder meewarigheid, een dienstbaarheid zonder zelfopoffering. Het toont ons wat wijsheid is en hoe we kunnen leven.

Vervullende kunst verhoudt zich zowel tot het onvervulde als tot het vervullende. Want het is waardevol om beide te voelen, om beide bestaansrecht te geven. Het onvervulde voelen is rouwen. Het vervulde voelen is vieren. Ik denk dat dit een belangrijke keuze is die ook kunstenaars maken, en ik vind dat de allergrootsten (zoals Herman Hesse, Marianne Fredriksson, maar ook bijvoorbeeld Tim Parks) in staat zijn om zowel het onvervulde als het vervulde tot expressie te brengen.

De mens produceert betekenis door steeds meer om zich heen te materialiseren. Kunst maakt daar deel vanuit. Zij kan als materialisatie van de innerlijkheid een ondersteuning, een ladder zijn om te klimmen en daarna te laten voor een andere klimmer. Etty Hillesum formuleert in dat verband deze retorische vraag: “Getuigt het niet van goede economie, dat in rustige tijden en gunstige omstandigheden sensitieve kunstenaars voor hun diepste inzichten ongestoord de schoonste en meest passende vorm kunnen zoeken, waaraan mensen, die in bewogenere en krachtrovendere tijden leven zich kunnen oprichten en waarin ze een gereed onderdak kunnen vinden voor verwarring en vragen, die zich nog niet tot eigen vorm en oplossing laten brengen omdat de dagelijkse energieën voor de dagelijkse noden opgeëist worden?” Er is materie die een wegwijzer kan zijn naar het doorleefde leven. Zo ook kunst. Zo ook wat wij doen.

Aan ons de keuze.

Professionalisme, compliance, loyauteit?
Zij die gelukkig zijn hebben lief
We value your privacy

We use cookies only to enhance your browsing experience. By clicking "Accept", you consent to our use of cookies.