De mens en zijn viervoudig denken
In mijn boek Ontdek Jezelf beschrijf ik de mens aan de hand van vier op elkaar inwerkende dynamieken of onderstromen. Vanuit elke dynamiek ontstaat er een ander soort denken.
Angstig Verlangen. We staan angstig en verlangend in het leven: we streven naar wat ons een goed gevoel geeft, waken erover om onheil af te weren en te behouden wat we hebben. Automatisch zijn we op de voor- of achtergrond van ons bewustzijn voortdurend bezig om ervaringen op te zoeken die minimaal onze overleving garant stellen en ons maximaal doen genieten.
Aangepaste Beheersing. We willen ons leven onder controle krijgen en houden, de zaken regelen en verzekeren waar mogelijk. We plannen, bedenken strategieën, evalueren. We tomen ons in en meten onszelf een imago aan. Omdat allemaal voor elkaar te krijgen, dag in dag uit, denken, denken en denken we, de hele dag door.
Raakbaar Invoelen. Soms worden we geraakt door de dingen buiten ons. Door de schoonheid van de natuur, door een kunstwerk, door de spontane opmerking van een kind, of door het lijden van anderen. Soms dalen we in ons lichaam en komt er een soort vitale rust over ons. Soms voelen we de sfeer van een gebouw, een groep mensen, … helderder aan. Soms krijgen we als vanzelf een breder perspectief op het leven, komen we in contact met een ruimer levensgevoel. We komen in relatie te staan met wat buiten onszelf ligt.
Vriendelijke Aandacht. We kunnen onszelf en de mensen rondom op een liefdevolle manier aandacht geven – voor bij impulsen van sympathie en antipathie, goedkeuring of afkeuring. En dit vanuit mededogen, gelijkmoedig en vreugde. We kunnen dankbaar zijn voor wat ons leven mogelijk maakt – op elk moment opnieuw; voor wat er wèl is, voor de overvloed om ons heen.
Constructieve samenwerking, geestelijke gezondheid en vreedzame samenleven hebben veel te maken met het in balans brengen en krijgen van deze vier menselijke dynamieken. Hoe dat kan beschrijf ik in Ontdek Jezelf. Hieronder koppel ik dit verhaal aan vier overeenkomstige denkwijzen.
Denken, denken, denken en denken is vier
Als we aan denken denken, dan zien we het in de eerste plaats als een instrument om problemen op te lossen, om aangepast en georganiseerd door het leven te gaan, om onze zaken op orde te krijgen en te houden. Om daarin te slagen, moeten we situaties beoordelen en knopen doorhakken. Zoals ik eerder beschreef toont het onderzoek van Daniel Kahneman aan dat dit hele proces doorgaans veel minder rationeel verloopt dan we graag geloven. Spontaan hebben we indrukken over situaties die bij nader inzien niet blijken te kloppen. Onze gedachten lopen verloren in reactieve patronen waarmee we erop uit zijn om bijv. onze zin te krijgen, geen gezichtsverlies te lijden, ons gelijk te krijgen, het perfect te willen hebben, enzovoort. En als we piekeren komt dat denken in een “loop” gevangen te zitten. Ook zitten vele gedachten ingeweven in vooronderstellingen, ideologische voorkeuren, geloofsovertuigingen die ons sommige feiten doen uitvergroten en andere doen vergeten. Al dat soort denken zit min of meer vermengd met ons Angstig Verlangen, kan worden gekenmerkt als emotioneel-reactief en is voor het overgrote deel van de mensheid een proces dat zich op de voor- en achtergrond van hun bewustzijn continue doorgaat.
Maar we kunnen wel systematisch-toetsend, kritisch, logisch, rationeel, wetenschappelijk denken. Belangrijk om te beseffen is dat mensen, waaronder ook wetenschappers, dit betrekkelijk weinig doen, want het vraagt van ons brein gewoonweg te veel energie. Het is best uitdagend of inspannend om een iets uit je hoofd te berekenen, een goeie organisatie op poten te zetten, een intuïtieve inschatting aan de feiten te toetsen, het hoofd nuchter te houden in een crisissituatie of een raadsel op te lossen of een denkspel te spelen. Dat is goed voor even, en af en toe, want we houden dat geen halve dag vol.
Er zijn ook heel wat situaties waarover we best niet te veel nadenken. Zoals we bijvoorbeeld bij het spelen van tafeltennis of Kubb. Ons lichaam weet het of heeft het te leren, en als ons verstand (“ai, dat was niet goed” of “volgende keer even goed!” of “volgende keer doe ik het zo”) zich ermee gaat bemoeien, loopt het net makkelijker verkeerd af. Tijdens sportieve spelen, wanneer we muziek spelen, ook als we een spreekbeurt houden, loont de commentaar die we onszelf toewerpen helemaal niet, in tegendeel. Door de controle over onszelf te willen krijgen, roepen we een motie van wantrouwen ten aanzien van onszelf uit (Gallwey, 1999). Het denken denkt het beter te weten dan het lichaam. Maar tennis speel je met je lijf en leden, niet met je verstand. Je verstand kan perfect weten wat er schort en hoe het wel moet, maar als je lijf het juiste gevoel niet te pakken krijgt, sta je nergens. Dit soort weten is een intuïtief-lichamelijk weten. Ons lichaam voelt aan wat het moet doen, en onze geest stelt achter vast wat er is gebeurd. Hier zitten we in de sfeer van het Raakbaar Invoelen. In die sfeer hebben we ook de ervaring dat het ons merkbaar deugd doet, als ons denken even stilvalt, bijv. bij het sporten, maar ook bij het aanschouwen van de maan of een landschap bij valavond.
Toch kan deze dynamiek van het Raakbaar Invoelen ook een bron zijn van denken: als we beschouwen, mijmeren, als we vrij verdwalen in onze gedachten, als we onze gedachten beeldend en poëtisch worden, als we speelse, geestige, humoristische en absurde gedachten hebben, dan dient er zich een intuïtief-creatief denken aan dat de teugels loslaat, dat surft op de inspiratie van het moment. Waar komt die inspiratie vandaan? Van het Raakbaar Invoelend in de wereld staan. Op die momenten voelen we ons meer medium dan auteur van onze gedachten, omdat ze voortkomen uit een directere verbinding met het leven zelf. Dat is een belangrijke reden waarom veel mensen zich tot artistieke expressie aangetrokken voelen. Het wordt bewust of onbewust aangevoeld als een bevrijding uit het continue, reactieve, haast dwangmatige denken vanuit Angstig Verlangen en het vermoeiende denken vanuit Aangepaste Beheersing.
En dan ten slotte is er nog het uitreikend-heilzaam denken vanuit Vriendelijke Aandacht: het bewust cultiveren van appreciatie voor wat er wél is, dankbaarheid voor wat ons geven wordt, jezelf en anderen van harte geluk toewensen, iemands wandaden mededogend begrijpen vanuit zijn of haar leergeschiedenis. Het gaat hier meer om besef en bewustzijn – Thich Nhat Hanh noemt het “looking deeply” – waarin gedachten onmiskenbaar een ondersteunende rol spelen. Het zijn gedachten die onze geest op een vreugdevol, vitaal en vredig spoor zetten, waarbij we georiënteerd zijn op wat zich buiten ons bevindt, op wat ons fysieke en psychische leven mogelijk maakt, op de andere.
Het is duidelijk dat mentale hygiëne betekent dat we een gezond evenwicht vinden in elk van vier dynamieken (Angstig Verlangen, Aangepaste Beheersing, Raakbaar Invoelen en Vriendelijke Aandacht) en bijhorende gedachten. Ook al leiden we ogenschijnlijk een ‘perfect normaal’ leven, kunnen we onze kwaliteit van samenleven drastisch optillen door hiervoor zorg te dragen. Als spirituele leraren beweren dat ze niet veel meer denken, dan bedoelen ze vooral dat ze in staat zijn om de eindeloze stroom van denken geproduceerd door het Angstig Verlangen een halt toe te roepen. Dat doen ze door opmerkzaam en present te zijn, voor zowel hun innerlijke leefwereld als voor het andere buiten zichzelf.
Referentie: Gallway, Th. (1999). The Inner Game of Tennis. Random House.
When you subscribe to the blog, we will send you an e-mail when there are new updates on the site so you wouldn't miss them.