Het hart van leiderschap

Op zoek naar een wereld waarin iedereen leiderschap opneemt. De leiders van de toekomst zijn niet de belangrijke veroorzakers van wat er gebeurt, maar kunnen net toelaten dat er iets ontstaat. 

Het hart van de zaak is een zaak van het hart

Iedereen wil een zinvolle bijdrage leveren in zijn professioneel leven en daarbuiten. Velen willen meer zijn dan een braaf, loyaal, burgerlijk gehoorzaam radertje in de machine, maar zien ook geen voorbeeld in stenen gooiende revolutionairen die vasthangen aan het gefrustreerde, gestolde gelijk aan hun zijde. Er is een derde weg voorbij realistische inschikkelijkheid en idealistische revolte.

Mensen die deze weg gaan, bouwen aan een stille revolutie van binnenuit. Het zijn zij die onder de laag as op hun eigen ziel het heilige vuur van de verontwaardiging nog voelen branden, die zonder moraliserend te willen zijn toch de vraag durven stellen naar wat goed is om te doen, die zonder de waarheid in pacht te hebben waarachtigheid nastreven en bereid zijn om te onderzoeken en benoemen wat belangrijk is, die in verbinding staan met zichzelf en anderen, en daarin een kracht en een vrijheid ervaren.

Deze schets doet verdacht veel denken aan leiderschap. Maar achter dit woord kunnen we vraagtekens plaatsen. “Leiderschap” blijft geassocieerd met leidinggeven, met het formele mandaat om mensen aan te sturen, met een grotere verantwoordelijkheid dragen, met het uiteindelijk voor het zeggen hebben. Die associatie zorgt voor de aanname dat leidinggevenden hoger scoren op leiderschap dan medewerkers, dat hogere leidinggevenden hierop nog hoger scoren – want ja, uiteindelijk zijn zij het die helemaal bovenaan zijn geraakt… dankzij hun leiderschapskwaliteiten vanzelfsprekend. Deze redenering kan er à la limite toe leiden dat er in organisaties aan leiderschapsontwikkeling wordt gedaan opdat degenen lager in de pikorde ook wat kunnen meepikken van de wijsheid die de hooggeplaatsten inherent en overvloedig zouden bezitten. “Trouwens, daar vanonder zijn ze zo passief, zo weinig ondernemend. Weinig goeie nieuwe ideeën als je er naar vraagt. Weinig visie ook. Wat meer leiderschap van onderuit kan de organisatie dus alleen maar ten goede komen. Laten we de mensen dus empoweren. Maar wijzelf zijn te druk bezig met nog belangrijkere dingen, en daarom geven deskundige trainers, coaches en consultants de kans om dit van ons over te nemen.” En op het moment dat de uitnodiging voor een volgende workshop over leiderschap in de elektronische postbus valt, doen medewerkers bij elkaar hun beklag over hun superieuren: over hun fysieke en mentale afwezigheid, over hoe ze gepromoveerd werden tot het niveau van hun incompetentie, over hun micromanagement, hun “command and control”-stijl en “verdeel en heers”-strategie, over gemene autoritaire trekjes en betuttelend paternalisme, …. Wanhopig gaan ze te raden bij auteurs die leiderschap door een psychopathologische bril bekijken en ontwaren vervolgens bij hun meerderen machiavellistische en narcistische trekjes. Tja… leiderschap lijkt wel iets te zijn dat we vooral anderen toewensen, wat vooral een uiting blijkt van de vervreemding die zich tussen mensen in een verschillende positie installeert.

Wat kunnen we de andere, en wie weet ook onszelf, zoal toewensen? Ziehier een wensenlijst:

situationeel,

faciliterend, participatief,

democratisch, relationeel, verbindend, ethisch,

coachend, dienend, transformatief, charismatisch, heroïsch, integraal

leiderschap.

Elk van deze adjectieven belicht een bepaald facet van leiderschap. Deze kunnen heilzame effecten ressorteren indien een bepaalde kwaliteit ervan aan de basis ligt en dat is “leiderschap”. Hiermee verwijzen we naar het vermogen om er-te-zijn, aanwezig te zijn, aandachtig te zijn, present te zijn voor wat er dan ook is, binnen en buiten ons, tussen ons en anderen. Het verwijst onomwonden naar de onderstroom waarin we geen superieur individu, geen sturend “ik”, geen “leider” aantreffen. Vreemd… leiden zonder leider… zou dit kunnen kloppen? En hoe komen we dat te weten? Er kan over worden getheoretiseerd, maar wat zijn die gedachten waard? Als we de vraag hoe we te leven hebben aan ons verstand overlaten, komen we er nooit uit. Maar toch hebben we het aan onszelf te vragen, want: “Iedereen kent het leven in zichzelf”, schreef Tolstoj in zijn Klein Evangelie. Inzichten werken pas als we ze zelf ontdekken. We dienen zelf op zoek te gaan in de plaats van dit uit te besteden. Als we ons heil zoeken bij goeroes in welke gedaante ook, komen vroeg of laat bedrogen uit. Elke meester is ook een leerling, en andersom, afhankelijk van de unieke situatie waarin men zich bevindt. Zo kan een kind bij momenten een meester zijn voor zijn ouders. Hoewel er vast mensen zijn die “verder staan” dan anderen, springen we met dit soort conclusies best met grote omzichtigheid om.

Leiderschap is de basis voor elke heilzame, menselijke interactie, en dus ook voor die tussen leider en volger. Die relatie, geofficialiseerd in de relatie tussen leidinggevende en medewerker, maar ook terug te vinden in de relatie tussen begeleider en deelnemers, ouder en kind, trainer en sportieveling, leraar en leerling… is dikwijls beladen. Heel wat leidinggevenden verliezen het respect van hun medewerkers omdat ze de zijnskwaliteit die we hier met leiderschap aanduiden, niet weten aan te spreken in de relatie met hun demonen van perfectie, geliefd willen zijn, willen controleren, belangrijk willen zijn, ... Daardoor reageren ze impulsief-reactief, gebruiken ze hun formele macht onhandig en verliezen zo de impact die zouden kunnen hebben. Ze verliezen die impact omdat de verbinding tussen de medewerkers en henzelf wordt doorgeknipt. En daar zit ook medewerkers voor iets tussen, die vanuit hetzelfde soort van demonen zich bijvoorbeeld terugtrekken en almachtig oordelen omdat ze zich in de relatie machteloos zijn gaan voelen.

Eigentijds leiderschap vertrekt vanuit eens sfeer van gelijkwaardigheid, partnerschap, bondgenootschap. In een wereld waarin de leidinggevende verantwoordelijk is voor wat hij zelf niet meer kan overzien, is het belangrijk dat hij zijn leiderschap kan delen. Hierdoor is hij minder de belangrijke veroorzaker van wat er gebeurt. Net daarom hebben we het net over “leiderschap”! Leiders kunnen toelaten dat er iets gebeurt, dat er iets ontstaat. Zo kunnen we dansen met de wereld, present en improviserend, tegelijk leidend en volgend.

Sven De Weerdt & Dries Elsen

×
Stay Informed

When you subscribe to the blog, we will send you an e-mail when there are new updates on the site so you wouldn't miss them.

Het strenge geluk: Levinas meets the Buddha
Brief aan het andere kind
We value your privacy

We use cookies only to enhance your browsing experience. By clicking "Accept", you consent to our use of cookies.