Door Sven De Weerdt op zaterdag, 28 mei 2016
Categorie: Leiderschap

Presentie in leiderschap en (zorg)werk

Wat kan bijdragen tot onze werkelijke aanwezigheid in onze zorg- en dienstverlening? Ik formuleer hier vier complementaire pistes.

Er voor iemand zijn betekent dat je met dat iemand bent (Andries Baart)

Door de toegenomen drukte, technologische ontwikkelingen en de eisen vanuit het systeem waarbinnen mensen werken en leven, wordt de uitdaging alsmaar groter om aansluiting te maken en te houden met de leefwereld van klanten, cliënten, patiënten, en van collega’s en zelfs die van onszelf.

Dat is geen luxeprobleem want onderzoek wijst er bijvoorbeeld op dat de kwaliteit van het contact tussen patiënt en arts effect kan hebben op de diagnostische accuraatheid, therapietrouw en patiënttevredenheid. Vervreemding (depersonalisatie) draagt bij tot het maken van medische fouten. Wat geldt voor zorgverleners blijkt ook voor leidinggevenden. Leidinggevenden die weinig “resonant zijn” met de leefwereld van hun medewerkers blijken het minder goed te doen (Daniel Goleman).

De tendens naar technologisering en ‘systemisering’ van de arbeidsorganisatie mogen en kunnen we niet eenvoudigweg terugdraaien. Toch dienen we te zoeken hoe we de leefwereld centraal kunnen blijven plaatsen, en de systeemwereld als secundair, ondersteunend in ons professioneel handelen (Wouter Hart). “Presentie” of “aanwezig zijn” is daarbij cruciaal: door met een ander te zijn, bij de andere te zijn, kunnen we ook werken vanuit de oorspronkelijke bedoeling: mensen ten dienste zijn. Ook in leiderschap wordt die dienstbaarheid onderstreept (Robert Greenleaf). Zo is de professional idealiter ongehaast, aanspreekbaar en dus ‘onderbreekbaar’ (Andries Baart): hij is in staat om van scripts af te wijken om ruimte te maken voor het onvoorziene; zonder dat die toegankelijkheid oeverloos hoeft te zijn.

Hoe kunnen we die presentie cultiveren? Ik formuleer hieronder vier complementaire pistes die kunnen worden gesitueerd binnen de "Wilber"-kwadranten.

De ontwikkeling van een bedoeling-georiënteerde cultuur. Er kan nagedacht worden over hoe de bedoeling, zijnde waarvoor mensen het doen en waarvoor het werk ooit bedacht werd, centraal kan geplaatst worden. Wouter Hart formuleert in zijn boek Verdraaide Organisaties enkele aanknopingspunten.

Ontwikkeling van een focus- en wholeness-georiënteerde werkorganisatie: Ook door de interne werkorganisatie te herdenken kan de versnippering van aandacht worden tegengegaan op een manier waarop we én meer gefocust werken én toch voldoende betrokken blijven op het geheel (op de bedoeling, op de mens die we helpen). In de verpleging kan dat bijvoorbeeld door meer in teamverband te werken, waarbij ieder een welbepaalde, desgewenst alternerende rol opneemt in de zorg voor de patiënt. Zo kunnen deze zorgprofessionals gerichter aandacht geven aan een beperkter aantal zorgfacetten, en toch betrokken blijven op de patiënt als "geheel" door de nauwe samenwerking met collega's die andere zorgfacetten opnemen. 

Zelfmanagement: Hoe kunnen we als individu organisatorisch meer focus houden? Klassiek vinden we een aantal antwoorden in de wereld van het zelfmanagement:

Ontwikkeling van mentale hygiëne (als basis voor zelfleiderschap). Tenslotte, and last but not least indeed, kunnen we innerlijke condities ontwikkelen die onze presentie makkelijker mogelijk maken. Het leven is onvermijdelijk bij momenten en in periodes hectisch of dramatisch. Dat kan nooit door de voorgaande pistes worden weggewerkt. We kunnen ons oefenen in aandacht zodat we die ook makkelijker kunnen opbrengen in turbulente tijden. Dit levert een aantal voordelen op:

Door elk van deze vier pistes te verkennen kan de kwaliteit van aandacht als basisproces terug centraal worden gesteld in het werkleven. Aandacht bepaalt de manier waarop we in relatie staan met onszelf, ons werk en al wie we daarin tegenkomen. En omgekeerd: kwalitatief hoogstaande relaties hebben een heilzame impact op de manier waarop we aandacht hebben voor de kwaliteit van wat we doen en dus voor wie we het doen: interne en externe klanten, cliënten en patiënten.